Lost Sounds - Lost Sounds
The Faint - Wet from Birth
Ik ga nog even door in 2005. Niet dat ik de indruk heb dat ik veel mensen overtuig van het briljante van de hier besproken platen, maar de ware gelovige weet dat elke geredde ziel er een is.
Omdat het een nieuw jaar is, is het wel leuk eens iets anders te doen. Daarom vandaag de nadruk op keyboards in plaats van gitaren en, in Lost Sounds, de eerste vrouw. Wat Lost Sounds en The Faint naast hun voorkeur voor rocken met analoge keyboards bindt is (hoe kan het ook anders) metal.
Lost Sounds uit Memphis beweren zelf een mix van Noorse black metal en de lokale garagepunk van bands als The Oblivians en '68 Comeback op analoge keyboards te maken. Dat klopt, maar niet in de zin dat Lost Sounds blastbeats met rock-'n-rollakkoordenschema's mengt. Dat zou net zo'n ongelukkige hybride worden als bijvoorbeeld funkrock.
Wat ze wel doen is de elementen die beide genres gemeen hebben tot het centrum van de muziek maken en ze uitvergroten. En zo is
Lost Sounds dus een les in thermodynamica, want de overeenkomsten tussen black metal en garagepunk zijn entropie en energie.
Als een raket waar de stukken vanaf vallen scheurt Lost Sounds tegen de lichtsnelheid aan door het heelal, achtervolgd door moorddadige robots. Maar bestaan die wel echt, of zijn ze het produkt van hallucinogene paranoïa veroorzaakt door relativistische tijdruimtevervorming? Lawaai is in ieder geval het enige dat ze nog een beetje op afstand houdt. Het beste en drukste nummer op
Lost Sounds heet dan ook 'I Get Nervous' en heeft als tekst de telkens herhaalde regels:
"These things they put inside me, you know they make me nervous."
Nou is ten zuiden van de Mason-Dixie-lijn de waanzin schijnbaar altijd al dichterbij dan in de rest van de wereld. Daarom zou het verschil tussen The Faint en Lost Sounds wel eens vooral het verschil tussen Omaha, Nebraska en Memphis, Tennessee kunnen zijn.
Sowieso draagt The Faint wel uit wat er goed is aan de zo veel bespotte Midwest. De band straalt die typische, naïeve openheid uit en gaat er ook altijd voor, in het onwrikbare geloof dat het je dan wel moet lukken. Een slecht Faint-concert bestaat daarom niet.
Een slechte Faint-plaat wel, als je de vele kritiek op
Wet from Birth moet geloven. Nou heeft doorbraakalbum
Danse Macabre ook wel meer pakkende liedjes. Maar de gothic grauwsluier die over die plaat hing is op
Wet from Birth helemaal weg. 'Southern Belles in London Sing' heeft zelfs een gepolijste Pet Shop Boys sound. Maar het komt toch vooral omdat
Wet from Birth metal heeft.
De uit de death metal afkomstige gitarist Dapose kwam namelijk tijdens de opnames van
Danse Macabre bij de band. Op die plaat kwam hij nog niet verder dan twee riffs en een halve grunt (in 'Agenda Suicide'). Ook op
Wet from Birth is niet meteen sprake van riff-o-rama, maar het poserige van de gothic is er wel vervangen door het rauwe confronterende van de metal, het gevoel dat je de koe waarvan je de biefstuk aan het eten bent geslacht hebt zien worden. Veel mensen die vooral naar muziek met een wat minder aanwezige emotionele intensiteit luisteren, zoals indierock, werden daardoor afgestoten. Typerend is dat in een
liverecensie op KindaMuzik de (indie-)recensent zich beklaagd over de moshpit en de "negatieve energie" die er heerste, terwijl moshen juist de meest directe uiting van muzikale extase is die er bestaat.
En dan zijn er de teksten van Todd Baechle. Die zijn inderdaad een beetje onbeholpen, maar Baechle is wel een goed observator van alledaagse zaken en emoties. Hij komt uit op liedjes die gaan over bijvoorbeeld ongewenste erecties ('Erection') of geboorte vanuit het standpunt van de baby ('Birth'). Dat spreekt me wel aan en dat het er af en toe wat onbeholpen en geforceerd uitkomt past wel bij eerder genoemde, bijna schattige, midwest naïviteit die The Faint uitstraalt.
Die worsteling met de taal brengt me ook bij een goed voornemen voor 2005 om dit stuk mee af te sluiten. Ik weet dat ik talent heb voor snedige one-liners en door al die recensies voor KindaMuzik heb ik mezelf ook getraind in het kortebaanwerk; de helder- en compactheid van mijn recensies stemt me (meestal) tevreden.
Maar wat betreft de langere, meer essayistische stukken ben ik er nog niet; de vertaalslag hoofd-scherm loopt nog niet zo als ik wil. In het nieuwe jaar wil ik me met een midwest-achtig geloof in eigen kunnen storten op het verbeteren daarvan. Ik waarschuw dus alvast: 2005 wordt op Scientist of the Invisible een jaar vol saaie, theoretische en hoogdravende (pogingen tot) essays. Veel leesplezier!