Leve de Republiek!
30.4.07Staatsregeling van 1798Het Bataafsche volk zig vormende tot eenen ondeelbaren staat en bezeffende, dat het voornaame bederf van alle regeeringen gelegen is in de miskenning der natuurlyke en geheiligde regten van den mensch in maatschappy, verklaart de navolgende stellingen als de wettigen grondslag waarop het zyne staatsregeling vestigt en als zoo veele regels, waarnaar het zyne burgerlyke en staatkundige betrekkingen wil hebben gewyzigd.
Algemene beginselen
Art. l. Het oogmerk der maatschappylyke vereeniging is beveiliging van persoon, leven, eer en goederen en beschaving van verstand en zeden.
2. Het maatschappylyk verdrag wyzigt noch beperkt de natuurlyke regten van den mensch, dan in zoo verre zulks ter bereikinge van dat oogmerk noodzakelyk is.
3. Alle leden der maatschappy hehben, zonder onderscheiding van geboorte, bezitting, stand of rang, eene gelyke aanspraak op derzelver voordeelen.
4. Ieder burger is volkomen vry om te beschikken over zyne goederen, inkomsten en de vruchten van zyn vernuft en arbeid en voorts, om alles te doen, wat de regten van eenen ander niet schend.
5. De wet is de wil van het geheele maatschappylyk lichaam, uitgedrukt door de meerderheid of der burgeren of van derzelver vertegenwoordigers. Zy is hetzy beschermende of straffende gelyk voor allen. Zy strekt zich alleen uit tot daaden, nimmer tot gevoelens. Alles wat overeenkomt met de onvervreemdbare regten van den mensch in maatschappy, kan door geene wet verboden worden. Zy beveelt, noch laat toe, hetgeen daarmede strydig is.
6. Alle de pligten van den mensch in de maatschappy hebben hunnen grondslag in deze heilige wet: doe eenen ander niet, hetgeen gy niet wenscht dat aan u geschiede, doe aan anderen, ten allen tyde, zoo veel goeds, als gy in gelyke omstandigheden van hun zoudt wenschen te ontvangen
7. Niemand is een goed burger, dan die de huislyke pligten in onderscheiden stand, waarin hy moge gesteld zyn, zorgvuldiglyk uitoefent en voords in alle opzigten, aan zyne maatschappylyke betrekkingen voldoet.
8. De eerbiedige erkentenis van een albestuurend opperwezen versterkt de banden der maatschappy en blyft iederen burger ten duursten aanbevolen.
(Wapen en grondwet van de Bataafse Republiek. Jammer van dat artikel 8, maar goed, je kon niet alles hebben in 1798.)